In dit deel beschrijft Bourgeon hoe het Isa en haar metgezellen verder vergaat aan de Afrikaanse westkust, in het Dahomey van de 18e eeuw. Dahomey was één van de belangrikste slavenleveranciers voor de vele bananen- en katoenplantages in Midden-Amerika en de Verenigde Staten. In het uur van de slang wordt de blanke man terecht afgeschilderd als een kultuurbarbaar die zich niet wenst in te leven in de wereld van de zwarte en die tegelijkertijd denkt, dat de zwarte man te temmen valt door de loop van een geweer op hem gericht te houden. De zwarte neemt ogenschijnlijk de waarden en normen van de blanke over, maar hij heeft ondertussen de touwtjes stevig in handen. De in dahomey aanwezigen blanken weten dat ook: ze durven niets belangrijks te doen zonder toestemming van koning Kpengla, de leider van de negerbevolking, en ze béven voor de koning.