In haar strijd tegen de dictator Napoleon, verliest de Republiek een belangrijke agent. Toen Eglantine in dienst was van baron Haussmann, is zij gearresteerd en opgesloten in de Conciergerie, in afwachting van een vrijwel onvermijdelijke executie. Gavroche wordt erop uitgestuurd om de hulp in te roepen van een berucht individu: het spook van de onderwereld van Parijs, voor de een de vorst van de duisternis, voor de ander de geest van het kwaad. De ontmoeting vindt plaats in de catacomben. De beide mannen sluiten een overeenkomst. Gavroche moet het spoor naar zijn verleden volgen, naar de Stille Zuidzee, op het grote eiland Nieuw-Caledonië.